U bent hier
Keteninformatisering
Leerstuk dat zich bezighoudt met grootschalige informatie-uitwisseling in maatschappelijke ketens. Het omvat:
- een ketenvisie, met eigen begrippen en theorieën;
- een toetsingskader voor ketenprojecten en keteninformatiesystemen
- een sturingskader voor keteninterventies.
Het leerstuk richt zich zowel op het grondvlak van de keten als op het ketenniveau. Beschrijvend gebruik van de analyseprofielen van het toetsingskader en van de interventiemodellen van het sturingskader is gericht op het grondvlak van de keten; het toetsende gebruik van de analyseprofielen van het toetsingskader is speciaal op het ketenniveau gericht.
A
- Analyseniveau
-
Beschouwingsniveau dat de wisselwerking zichtbaar maakt tussen ketensamenwerking en de coördinatie ervan.
Keteninformatisering maakt onderscheid tussen grondvlak en ketenniveau. - Analyseprofielen
-
Vier analyse-instrumenten die samen het toetsingskader van het leerstuk Keteninfomatisering vormen. Het betreft
het doelprofiel,
het samenwerkingsprofiel,
het coördinatieprofiel en
het informatieprofiel.
B
- Bepalen keten ontwikkelingen
-
Het in kaart brengen van de ontwikkelingen op het terrein van informatisering over organisaties heen en het vertalen van deze ontwikkelingen naar gevolgen voor de inhoud van de informatievoorziening voor de eigen organisatie, zodat op langere termijn de bedrijfsprocessen aansluiten op de omgeving en worden ondersteund door een effectieve, effici
- Bronregister
-
Informatiesysteem binnen de eigen organisatie van een ketenpartner, waarin alle inhoudelijke gegevens worden opgeslagen en beheerd.
In een ketencommunicatiestelsel zijn bronregisters verbonden met keteninformatiesystemen en worden op basis van metagegevens in deze keteninformatiesystemen signaleringen automatisch gestuurd naar ketenpartners die op dat moment deze informatie nodig hebben voor een goede beslissing.
D
- Dominant ketenprobleem
-
Een hardnekkig ketenbreed probleem dat een ketenpartner niet zelfstandig kan oplossen, en dat bij herhaald falen de keten in opspraak brengt.
- Ketenpartijen moeten het dominante ketenprobleem in elk concreet geval steeds opnieuw gezamenlijk aanpakken om het maatschappelijke ketenproduct te kunnen realiseren.
F
- Fitrelatie
-
Een verband tussen een keteninitiatief en een maatschappelijke keten waarvan bij een kansrijk keteninitiatief de waarden van twee aspecten bij elkaar passen.
G
- Grondvlak van een keten
-
Analyseniveau voor ketensamenwerking en keteninformatisering waarop men zich kan voorstellen dat ketenpartners met elkaar samenwerken en waarop interne bronregisters van ketenpartners zich bevinden.
I
- Identificerendepersoonsgegevens
-
Vaste gegevens die iemand uniek identificeren (naam, voornaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats).
- Identiteitsfraude
-
Iemand gebruikt met kwade bedoelingen de identiteit van iemand anders, bestaand of verzonnen.
- Elk persoonsnummer, elke foto, handeling of gebeurtenis bevat suggesties, waaruit mensen afleiden wie ze tegenover zich hebben.
- Identiteitsfraude kan overal plaatsvinden en op allerlei manieren, ook zonder identiteitsbewijs.
- Informatie-infrastructuur
-
Alle permanent aanwezige, voor alle ketenpartners beschikbare en gemeenschappelijk beheerde informatievoorzieningen, zoals:
a. technische voorzieningen;
b. gegevens en kennis;
c. procedures of programma’s;
d. beheersorganisaties en -procedures. - Informatiestrategie voor een keten
-
Een duidelijke en toekomstvaste koers voor grootschalige informatie-uitwisseling in een specifieke keten.
- Interventiemodel
-
Drie modellen die ketenpartijen kunnen helpen effectieve keteninterventies te doen.
Het betreft
- het grabbeltonmodel,
- het positioneringsmodel en
- het golfmodel.
- Irrationaliteit
-
Irrationaliteit betekent het losgelaten van het westerse causale, hiërarchische denken wanneer
- doelstellingen diffuus of tegenstrijdig zijn;
- het onduidelijk is welke partijen betrokken zijn;
- er over de aanpak verschil van mening bestaat.
Volgens het leerstuk Keteninformatisering is dat bij ketensamenwerking vaak het geval.
K
- Kale informatie-infrastructuur
-
Een informatie-infrastructuur wordt‘kaal’ genoemd als de informatiesystemen op ketenniveau vrijwel alleen metagegevens bevatten die voor iedere ketenpartner onmisbaar zijn in verband met het dominante ketenprobleem en die in een of andere vorm toegang geven tot essentiële inhoudelijke gegevens in bronregisters van ketenpartners.
- Keten
-
Tijdelijk maar wel structureel samenwerkingspatroon van een groot aantal onafhankelijke organisaties en professionals rond een dominant ketenprobleem, gericht op een immaterieel maatschappelijk product, zoals sociale zekerheid (product: garanderen van een bestaansminimum) of strafrechthandhaving (product: veiligheid).
- Zodra een dominant ketenprobleem verschuift, hergroepeert de keten zich rond een nieuw dominant ketenprobleem.
- Dit ketenbegrip is dus dynamisch.
- Ketenanalyse
-
Een gestructureerde wijze van onderzoek naar de informatie- infrastructuur die noodzakelijk is voor een bepaalde ketensamenwerking, waarbij vervolgens ook wordt onderzocht of die haalbaar is.
- Ketencommunicatie
-
Grootschalige, ketenbrede informatie-uitwisseling waarbij gemeenschappelijk beheerde keteninformatiesystemen signaleringen op het juiste moment naar de juiste plaats in de keten brengen, zodat daar een goede beslissing kan worden genomen.
- Ketencommunicatiestelsel
-
Een stelsel van geautomatiseerde ketensignaleringen dat vanuit het dominante ketenprobleem gezien kritische gegevens signaleert aan ketenpartners, op het juiste moment en op de juiste plaats voor een beslissing die de keten als geheel niet in moeilijkheden kan brengen.
- Ketencoördinatie
-
Wijze waarop ketenpartners gezamenlijk de ruimte voor eigen beleid verhelderen en zo nodig beperken, met het oog op het samen aanpakken van het dominante ketenprobleem.
- Keteninformatiesysteem
-
Een voor alle ketenpartners beschikbaar, gemeenschappelijk beheerd informatiesysteem op ketenniveau, dat doorgaans alleen meta-gegevens bevat over het voorwerp (personen of objecten) waarop de ketensamenwerking zich richt.
- Welke metagegevens dat zijn, is afhankelijk van het dominante ketenprobleem.
- Op een keteninformatiesysteem zijn de bronregisters van ketenpartners aangesloten. Deze bevatten de inhoudelijke gegevens van een ketenobject.
- Keteninformatisering
-
Leerstuk dat zich bezighoudt met grootschalige informatie-uitwisseling in maatschappelijke ketens.
Het omvat:
- een ketenvisie, met eigen begrippen en theorieën;
- een toetsingskader voor ketenprojecten en keteninformatiesystemen
- een sturingskader voor keteninterventies.- Het leerstuk richt zich zowel op het grondvlak van de keten als op het ketenniveau.
- Beschrijvend gebruik van de analyseprofielen van het toetsingskader en van de interventiemodellenvan het sturingskader is gericht op het grondvlak van de keten; het toetsende gebruik van de analyseprofielen van het toetsingskader is speciaal op het ketenniveau gericht.
- Keteninitiatief
-
Keteninitiatief is een plan voor het veranderen van de samenwerking en/of informatisering om de prestaties van een maatschappelijke keten te verbeteren.
- De samenwerking, informatisering en prestaties kunnen deel van een keten of een gehele keten betreffen of zelfs ketenoverstijgend zijn.
- Keteninterventie
-
Wijze waarop een ketenpartij invloed kan uitoefenen op ketensamenwerking.
- De drie interventiemodellen die daarop gericht zijn, maken deel uit van het sturingskader van het leerstuk Keteninformatisering .
- Ketenniveau
-
Een analyseniveau voor ketensamenwerking en keteninformatisering waarop men zich kan voorstellen dat zich keteninformatiesystemen bevinden.
- Die keteninformatiesystemen sturen de ketencommunicatie door de keten heen.
- Voorbeelden van keteninformatiesystemen zijn verwijsregisters en verificatieregisters.
- Ze worden gemeenschappelijk beheerd, dat wil zeggen onafhankelijk van ketenpartijen, hun directe belangen en van de op een keteninformatiesysteem aangesloten bronregisters.
- Ketenobject
-
Voorwerp van ketenzorg en ketensamenwerking.
- Dat kan o.a. een persoon, rechtspersoon, ding of gebeurtenis zijn.
- Ketenopgave
-
De concrete doelstelling die ketenpartijen gezamenlijk nastreven en waarvoor zij van elkaar afhankelijk zijn.
- Ketenproject
-
Een gezamenlijke aanpak om een specifieke ketenbrede voorziening op ketenniveau of in het grondvlak van de keten binnen een bepaalde tijd tot stand te brengen.
- Soms rekent men hiertoe ook projecten die in het grondvlak van de keten de samenwerking tussen enkele ketenpartners beogen te verbeteren.
- Ketensamenwerking
-
Structurele samenwerking tussen autonome organisaties en professionals die samen een maatschappelijk product tot stand brengen (bijvoorbeeld veiligheid, gezondheid, bestaansminimum, asiel).
- Ketensamenwerking is in beginsel tijdelijk, omdat Keteninformatisering ervan uit gaat dat deze gericht is op een dominant ketenprobleem.
- Ketenuitval
-
Aanduiding van zaken die na een goede start in de eerste schakel van de keten om een of andere reden voortijdig worden afgebroken en zo afbreuk doen aan het maatschappelijke product van de keten.
- Persoonsverwisseling, foute koppeling van persoonsgegevens en fatale termijnoverschrijdingen zijn veelvoorkomende bronnen van ketenuitval.
- Ketenvisie
-
Wijze waarop het leerstuk Keteninformatisering kijkt naar ketens en ketenvraagstukken. Deze ketenvisie bevat drie onderdelen:
(1) een besluitvormingskader dat uitgaat van irrationaliteit,
(2) de rol van een dominant ketenprobleem en
(3) het analytische onderscheid tussen ketenniveau en grondvlak van een keten.
M
- Maatschappelijk belang
-
Tijdelijk, maar wel structureel, samenwerkingspatroon van een groot aantal onafhankelijke partijen rond een dominant ketenprobleem, gericht op het vervaardigen van een maatschappelijk product,
- Maatschappelijke keten
-
Tijdelijk, maar wel structureel, samenwerkingspatroon van een groot aantal onafhankelijke partijen rond een dominant ketenprobleem, gericht op het vervaardigen van een maatschappelijk product.
- Metagegevens
-
Informatie met betrekking tot ‘uitwendige’ kenmerken van een gegeven, zoals de plaats waar het zich bevindt of het nummer waaronder het is opgeborgen.
- Dit staat tegenover de inhoud zelf van het gegeven die wordt aangeduid met ‘inwendige’ kenmerken.
N
- Niveauvergissing
-
Inzichten die ontleend zijn aan een bepaald systeemniveau, toepassen op een hoger of lager systeemniveau.
- Men loopt dan het risico dat het inzicht daar niet geldt en dat toepassing ervan dus niet oplevert wat men verwacht.
- Nummerstelsel
-
Een systematisch gebruik van een logische reeks van nummers om bijvoorbeeld natuurlijke personen, rechtspersonen, onroerende goederen, voorwerpen, locaties, transacties en gebeurtenissen binnen een afgebakende of afbakenbare groep uniek aan te duiden.
- Nummers zijn numeriek (alleen cijfers) of alfanumeriek (cijfers en letters).
- Met‘stelsel’ wordt bedoeld, dat het nummer volgens bepaalde regels wordt toegekend en later ingetrokken, en dat het gebruik van het nummer aan bepaalde regels is gebonden.
P
- Persoonsnummerstrategie
-
Wijze waarop persoonsnummerstelsels worden ingezet om maatschappelijke vraagstukken op te lossen, waarbij rekening wordt gehouden met de wisselwerking tussen verschillende typen persoonsnummerstelsels.
R
- Rationaliteit
-
Onder rationaliteit verstaan we enkele aannamen die typerend zijn voor het westerse causale, hiërarchische denken.
- De belangrijkste is dat probleem en oplossing bij elkaar horen via een causale keten van oorzaak en gevolg.
S
- Sturingskader
-
Gedeelte van het leerstuk Keteninformatisering dat drie interventiemodellen bevat waarmee keteninterventies op effectiviteit kunnen worden getoetst.