TY - RPRT T1 - Het geheugen als actieve kracht; De archieffunctie binnen de digitale overheid Y1 - 1999 A1 - Paul Baak A1 - Kees Koenen KW - archiefsysteem KW - digitale duurzaamheid KW - duurzame toegankelijkheid KW - informatiebeheer KW - records continuum KW - records management AB -

De inleiding:

"De digitale revolutie slaat onomkeerbaar toe. Ook in archiefland. Inmiddels valt geregeld een kreet als digitale chaos. Bestanden slingeren rond op diskettes, tapes, cd’s, harde schijven op PC-niveau, op server-niveau en netwerkniveau, zonder exact inzicht in status, auteurs, versie, rechten, bewaartermijn enz. Deze chaos zal toenemen, totdat de inhaalrace wordt gewonnen. De race van de oude (papieren) archieffunctie naar de nieuwe archieffunctie die volledig is gebouwd vanuit de digitale omgeving. Is die race dan te winnen? Jazeker. Op een zeer overtuigende wijze zelfs en met een enorme meerwaarde. Daar gaat deze brochure over.

De omslag van de klassieke archiefsituatie naar de nieuwe archieffunctie, passend op een digitale omgeving, heeft het effect van een komeetinslag, maar zonder de verwoestende werking. De veranderingen in de archieffunctie zijn zeer relevant en ingrijpend. Ze zijn ook veel interessanter dan slechts de overgang van een papieren naar een digitaal archief. Alleen het medium vervangen (papier door digitaal) is relatief eenvoudig. Er zijn nu al vele digitale archieven die gevormd en beheerd worden alsof het papier was, zonder veel aanpassingen in de archieffunctie.Wat dit rapport bepleit is echter veel fundamenteler en gaat veel verder.

De digitale archiefomslag1 is een grote stap voorwaarts ten opzichte van de klassieke archieffunctie.

Het is een nieuwe wereld voor alle betrokken partijen. Het betekent een herpositionering van het archiefvak. De archieffunctie wordt geïntegreerd in het bedrijfsproces. Beschikbaarheid en toegankelijkheid nemen in sterke mate toe. De beperkingen van het papieren archief vallen weg. Denk alleen al aan de kracht van digitale zoekmogelijkheden. Om die voordelen volledig te benutten moet eenmalig veel werk worden verzet. Bedrijfsprocessen moeten geschikt worden gemaakt voor de integratie van de archieffunctie, nog voordat er ook maar een vinger op een toetsenbord belandt. Daarna is er sprake van een solide en verantwoorde ondersteuning van het bedrijfsproces.

Structureel levert de nieuwe archieffunctie minder uitvoerend werk op. De nieuwe archiefafdeling houdt zich vooral bezig met het onderhouden van geautomatiseerde functies die de archieffunctie ondersteunen, de uitzonderingen en nieuwe ontwikkelingen in het bedrijfsproces. De archivistische gevolgen van nieuwe procedures, regels en behoeften moet men blijven implementeren in de geautomatiseerde systemen. Archivaris wordt dus een heel ander beroep, waarin ICT (Informatie en Communicatie Technologie) een belangrijke rol speelt.

In de archiefopvatting gericht op de digitale omgeving past de naam ‘kennismanager’, een goede nieuwe benaming voor de aloude archivaris. Je zou ook kunnen zeggen kennisregisseur, kennisverstrekker, digitale kennisbewaker. Deze kant gaat het op. Onafwendbaar, want de digitale revolutie is geen vluchtige hype; het is een structurele, invloedrijke ontwikkeling. Tegelijkertijd is de ontwikkeling geen bedreiging, maar een ideale mogelijkheid om de volle kracht van een goed archief vrijwel automatisch ten goede te laten komen aan alle belanghebbenden. Veel werk aan de winkel dus. Leuk werk, omdat het veel oplevert en omdat het sterker verbonden is met het bedrijfsproces.

Volgens ons is de ontdekkingstocht die voor de deur van het archief staat een feest van herkenning. Een spannend feest van logica, redelijkheid, veiligheid, verantwoordelijkheid en groei. Een uitdaging waarin mensen zich ten volle kunnen ontplooien."

Hoofdstuk 1 bevat een samenvatting van het concept, een handreiking voor de vormgeving van de archieffunctie in een digitale omgeving.
In hoofdstuk 2 komt de probleemstelling aan de orde.
Hoofdstuk 3 beschrijft de ontwikkelingen van de afgelopen periode.
In hoofdstuk 4 wordt een nieuw denkkader geïntroduceerd: digitaal als uitgangspunt.
Vanuit dit denkkader wordt in hoofdstuk 5 een visie op de archieffunctie in een digitale omgeving gepresenteerd.
Vervolgens wordt in de hoofdstukken 6 en 7 gekeken naar de consequenties voor de lijnmanager en de manager archief.
In hoofdstuk 8 wordt nader op de materie ingegaan. Dit hoofdstuk is specifiek geschreven voor /vanuit de positie van de manager archief.
Hoofdstuk 9 behandelt het verband tussen digitaal en niet-digitaal.
In hoofdstuk 10 worden de hoofdlijnen van de veranderkundige uitdaging behandeld.

Tot slot is een begrippenlijst opgenomen.

PB - Programma Digitale Duurzaamheid/Synergie Consultancy B.V CY - Den Haag SN - 90-9013357-7 ER - TY - ICOMM T1 - Metadata Requirements for Evidence Y1 - 1995 A1 - David Bearman A1 - Ken Sochats KW - 2.3 Bepalen van de grondslag en de betrouwbaarheid KW - 3.2 Vaststellen verantwoordelijkheden KW - 4.2 Bewaren context KW - archiefwaardig KW - authenticiteit KW - betrouwbaarheid KW - litterary warrant KW - oorkondenleer KW - recordness KW - records management AB -

Managers in application domains from commerce to health care, and from research and development to manufacturing, are seeking to define standards for data interchange adequate for their business purposes. The literature is replete with discussions of how to enable end-to-end electronic business interaction, how to support the requirements of electronic patient records or electronic laboratory notebooks, and how to implement the documentation demanded by CALS or ISO-9000.

At the same time, managers of existing information networks and technical personnel charged with planning the National Information Infrastructure of the future, are encountering the requirements to identify, control access, manage software dependencies, represent the business meaning, and document the use of data, in these vast, distributed, heterogeneous, computing environments.Many observers feel that unless we can satisfy requirements for "integrity", "authenticity", "reliability" and "archiving" of digital information, the National and Global Information Infrastructures will never be able to support serious work.

The professions traditionally concerned with evidence and records have not ignored these emerging requirements.  At the University of Pittsburgh School of Library and Information Science, faculty and students engaged in a research project funded by the National Historical Publications and Records Commission have been examining the "Functional Requirements for Recordkeeping" as defined in a broad range of sources from law, regulation and best practices. From this "literary warrant" they have derived a specification of the attributes of "recordness" or evidentiality.

JF - The Pittsburgh Project PB - University of Pittsburgh CY - Pitsburgh UR - http://www.archimuse.com/papers/nhprc/BACartic.html N1 -

Records are at one and the same time the carriers, products and documentation, of business transactions.

De tekst staat op de site van Archives & Museum Informatics Archimuse.com .

Citaat:

"Functional Requirements for Evidence in Recordkeeping: The Pittsburgh Project

This site was recovered in 2002 (using the Wayback Machine) following its disappearance from the Web site of the University of Pittsburgh. Unfortunately, not all pages were retrievable."

Dat is het risico die resultaten van projecten lopen. Een project is altijd een eenmalige activiteit, er wordt een product geleverd en in de meeste gevallen blijven de resultaten verweesd achter. Vaak worden er geen (beheers)maatregelen genomen die de continuiteit van het product garanderen. 

ER - TY - THES T1 - Het digitale archiveringssysteem en de archivaris. Een studie naar speelveld en spelers T2 - Leerstoelgroep Archief- en Informatiewetenschappen Y1 - 2007 A1 - Leon Gruppelaar KW - archivistiek KW - records continuum KW - records management AB -

Uit de conclusie

De omgeving van het archiveringssysteem is dermate veranderd en documenten vervullen in de informatiehuishouding van de digitale overheid een dermate cruciale rol dat meer dan ooit duidelijk is dat de archivaris geen probleemeigenaar is. De overheid heeft zélf immers behoefte aan authentieke en betrouwbare digitale records voor haar actuele werkprocessen. De archivaris hoeft bij het gevecht om deze kwalitatief hoogwaardige records geen eenzame strijder te zijn. Hij hoeft zich niet op te stellen als een sheriff die met getrokken pistool en wapperende dwangbevelen in zijn eentje orde in de digitale chaos brengt. Samen met anderen kan de archivaris aan de slag, met partners die zelf ook belang hebben bij records die makkelijk te (her)gebruiken zijn en die een getrouwe weerspiegeling zijn van het overheidshandelen. Het (kunnen) organiseren van de samenwerking door het management is een kritische succesfactor waarbij het een uitdaging is de steeds sneller veranderende omgeving te incorporeren. Daarbij is werken volgens de 15489 norm een weg die aanbevelenswaardig is.

Voor de archivaris draagt zowel de wijze waarop hij een rol kan als de manier waarop hij een rol wil spelen bij aan een succesvolle invulling van zijn positie binnen het archiveringssysteem. De archivistische theorie biedt hem hier geen eenduidige richtlijnen. Er is een hybride situatie ontstaan waarin er tegelijk gekozen lijkt te worden én voor het concept van de pro-actieve archivaris én voor een custodiaal model waar hij nog steeds het afgesloten archiefsysteem als zijn core business beschouwt.

De overstap naar het nieuwe post-custodiale paradigma wordt niet gezet, terwijl juist dat nieuwe denkkader een bredere focus heeft, een duidelijkere blik op records in hun context. Het stelt vragen als welk doel hebben archiefbescheiden, wat zijn de onderlinge relaties, hoe functioneren ze in de organisatie en daarna, en welke rol spelen ze voor de accountability? Die focus is van belang voor de records creërende organisatie die te maken heeft met een sterk veranderende omgeving waardoor het denken over de systeemgrenzen (heen) van het archiveringssysteem steeds belangrijker wordt. Daarnaast heeft het post-custodiale denkkader een bredere blik op heden en toekomst van de records, het gaat uit van het continuüm van verantwoordelijkheid voor de records. Het heeft oog voor de corporate én democratic accountability en richt zich eveneens sterk op de maatschappelijke belangen van archivering. Het paradigma is tenslotte postmodern, in die zin dat het niet gelooft in het objectieve archief. Juist ingrijpen in het archiveringsproces door de archivaris kan de-subjectiverend werken.

Ik begrijp wel dat er in de praktijk van alledag een overgangssituatie kan bestaan, maar ik acht de tijd er rijp voor dat de archivistiek conceptueel de knoop doorhakt ten gunste van het postcustodiale paradigma. De archivaris moet zijn verantwoordelijkheid nemen, juist in de archiverende organisatie. Dat betekent dan ook een leidende rol. Natuurlijk het management is leidend, maar de archivaris dient een gids te zijn. De archivistiek als wetenschap dient hem daarin te steunen. Via beïnvloeding van de wet- en regelgeving op het terrein van informatieen archiefmanagement en het verfijnen van normen en standaarden kan die de archivaris tot hulp zijn. De pro-actieve archivaris moet meer zijn dan een records manager.

JF - Leerstoelgroep Archief- en Informatiewetenschappen PB - Universiteit van Amsterdam UR - http://www2.nijmegen.nl/mmbase/attachments/542772/Scriptie_Leon_Gruppelaar_2007.pdf;jsessionid=2AA3F5A8A79C2753267F31D3FE02675C N1 -

Deze scriptie geeft in het kort een mooi overzicht van de recente ontwikkelingen op het terrein van de archivistiek. Op een heldere manier worden onderzoeken van Pittsburg (Bearman) en British Columbia (Duranti) behandeld en begrippen als literary warrant, records continuum, (non) custodial approach uitgelegd.

ER - TY - CHAP T1 - Are records ever actual? T2 - The Records Continuum: Ian Maclean and the Australian Archives First Fifty Years Y1 - 1994 A1 - Sue McKemmish ED - Sue McKemmish, Michael Piggott KW - archivistiek KW - records continuum KW - records management KW - series system AB - Over de ontwikkeling richting het records continuum en het Australische 'series system'. JF - The Records Continuum: Ian Maclean and the Australian Archives First Fifty Years PB - Ancora Press in association with Australian Archives CY - Canberra UR - http://ourhistory.naa.gov.au/library/pdf/Records_Continuum_McKemmish.pdf ER - TY - Generic T1 - Obstakels voor duurzame toegankelijkheid Y1 - 2017 A1 - Jan Möller KW - archiefbeheer KW - archiefvorming KW - duurzame toegankelijkheid KW - informatiebeheer KW - records management KW - voortbestaan AB -

Par. 6 Conclusies

In 2013 schreef de Minister van OCW aan de Kamer: "Digitale informatie, die niet direct bij de vorming wordt geordend en bewaard, gaat voor de toekomst verloren of kan slechts achteraf en tegen in feite onaanvaardbare kosten toegankelijk worden gemaakt.
Het Nationaal Archief zorgt voor duidelijke duurzaamheidseisen en richtlijnen, waarmee de archiefvormers in vroeg stadium voldoen aan de eis van een verantwoorde omgang met digitale informatie."
Het is de vraag of een tekort aan eisen en richtlijnen het grootste obstakel vormt voor de realisatie van een verantwoorde omgang met digitale informatie. Ik betoog in dit essay dat er nog andere en mogelijk grotere obstakels in de weg staan om aan eisen te kunnen voldoen.

Een recordmanagementprogramma in een digitale omgeving begint met een recordmanagementapplicatie, om alle records in te kunnen registreren en de digitale records gemetadateerd en gestructureerd in te kunnen opslaan. Het hebben van een functioneel geschikt archiefsysteem is een noodzakelijke voorwaarde, maar niet voldoende.
We zijn hier ingegaan op drie verdere obstakels op weg naar duurzame toegankelijkheid, zoals:
1. Te weinig begrip voor de gevolgen van digitalisering voor de werk- en archiveringsprocessen,
2. Te weinig aandacht voor het noodzakelijke verandermanagement en
3. Geen tijdige feedback over de uitvoering van de RM-processen en de toestand van de archieven.

Het eerste obstakel vormt het onbegrip dat, voor het verwerken en beheren van digitale informatie, een andere manier van werken nodig is dan voor de omgang met papieren informatie. Digitale archivering verandert de RM-processen en heeft verschuivingen in organisatie, werkwijzen en competenties tot gevolg. Digitaal werken vereist vooral ‘realtime’ en preventief archiveren met meer aandacht voor de voorkant van het archiveringsproces en het voorkomen van achterstanden. Digitaal werken vanuit achterstanden is geen optie.

Het tweede obstakel is dat bij RM-programma’s en -projecten dikwijls te weinig en te kort aandacht wordt besteed aan het verandermanagement. Oud gedrag zit vaak in de weg voor alle betrokkenen: bestuurders, ICT- en DIV-specialisten en zeker ook de gebruikers. De noodzakelijke procesveranderingen hebben veranderingen tot gevolg in rollen, taken, functies en organisatie en dienen uiteindelijk ook te leiden tot veranderingen in het gedrag van alle betrokkenen.

Het derde obstakel vormt het ontbreken van voldoende en tijdige feedback en toezicht op de archiefvorming en -beheer. Vooral in de realtime digitale context is tijdige informatie over de procesuitvoering en de daaruit resulterende toestand van de archieven een noodzaak, zodat nog op tijd herstel- en bijsturingsacties mogelijk zijn. Sturing, informatiebeleid en verbetering, zonder tijdige feedback mét corrigerende acties en maatregelen, is onmogelijk.

De Algemene Rekenkamer concludeerde in 2010 in de ‘Achtergrondstudie Informatiehuishouding van het Rijk’: "Om de informatie van een organisatie, van meet af aan én duurzaam, toegankelijk te makenis aandacht en toewijding nodig in alle lagen van het bedrijfsproces, van de werkvloer tot en met de hoogste leiding"

Gezien het voorgaande is het niet moeilijk bij deze algemene conclusie aan te sluiten.

PB - Digital CY - Rotterdam SN - 9789082466416 UR - https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.410872725.html/laagdrempelig-en-moeiteloos--de-schitterende-eenvoud-van-digitaal/ N1 -

In: Peter Brand,Timo ten Cate,Ronald Groeneweg,Jan Möller,‘Laagdrempelig en moeiteloos: de schitterende eenvoud van digitaal archiveren', Digital Rotterdam, 2017 (blz. 23-59)

Dit boek is op papier te bestellen door een mail te sturen aan office@digital.nl. De enige tegenprestatie is dat vijf euro wordt overmaakt aan de Dierenbescherming: IBAN NL 05 INGB 0003963156.

ER - TY - THES T1 - Designing electronic document infrastructures Y1 - 1997 A1 - J.J.M. Uijlenbroek KW - architectuur KW - context KW - digitaal werken KW - digitalisering KW - documentbeheer KW - records management KW - Toegankelijkheid AB -

In toenemende mate maken organisaties gebruik van electronische documenten. Het gaat hierbij om documentaire informatie, die in electronische vorm wordt gebruikt. Als gevolg van het gebruikt van electronische documenten, worden organisaties met een aantal problemen geconfronteerd. Dit onderzoek is gericht op de volgende problemen:
- een belangrijk deel van de electronische documentaire informatie wordt niet beheerd;
- als gevolg van het gebruik van multimediale technieken in electronische documenten volstaat de reguliere vorm van documentopslag en -ontsluiting niet meer;
- het ontsluiten van grote hoeveelheden electronische documentaire informatie;
- de authenticiteit en integriteit van documentaire informatie.

Bij het zoeken naar oplossingen voor deze problemen zijn drie perspectieven ten aanzien van documenten gehanteerd: het archivistische, het organisatorische en het technologische perspectief. Het archivistische perspectief benadrukt het belang van documenten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de informatiewaarde en de juridische waarde. Het organisatorische perspectief benadrukt het belang van documenten als medium voor informatie-overdracht, nodig voor de coördinatie van bedrijfsprocessen. In het technologisch perspectief staat de integratie van verschillende informatietypen centraal.

In de literatuur komen verschillende definities van het begrip ‘document’ voor waarbij tevens verschillende klassifikaties van documentgebruik worden gehanteerd. Op basis van een analyse van de voorkomende definities en klassifikaties zijn zes aspecten onderscheiden:
- het document als informatiedrager;
- de informatie die het document bevat;
- de presentatiemogelijkheden die het document biedt;
- de mogelijkheden om de informatie-inhoud van documenten te veranderen;
- de documentuitwisseling;
- het documentbeheer.

Er is een nauwe relatie tussen de informatie-inhoud van documenten en de wijze waarop ze worden bewerkt en uitgewisseld enerzijds, en de bedrijfsprocessen waarin ze worden gebruikt anderzijds. Het inrichten van de documentaire informatiehuishouding vereist derhalve een analyse van de bedrijfsprocessen. Bij de analyse van bedrijfsprocessen zijn drie niveaus onderscheiden: het micro niveau, het meso niveau en het macro niveau. Op het micro niveau staan de uit te voeren taken en een effectieve technologische ondersteuning centraal. Op het meso niveau staan de processen centraal en de wijze waarop deze op elkaar kunnen worden afgestemd. Het macro niveau richt zich op de samenwerkingsverbanden tussen en boven organisaties.

Processen verschillen in de mate van voorspelbaarheid. Dit is de mate waarin voorafgaand aan de uitvoering van een proces kan worden aangegeven welke taken in welke volgorden kunnen worden uitgevoerd, en welke informatie hierbij wordt gebruikt. Minder goed voorspelbare processen vereisen een andere, meer flexibele, technische ondersteuning dan goed voorspelbare processen. Minder goed voorspelbare processen maken veel gebruikt documentaire informatie. Goed voorspelbare processen maken daarentegen veel gebruik van gestructureerde informatie.

De doelen van electronisch documentbeheer worden vanuit de drie gehanteerde perspectieven verschillend ingevuld. Het doel van electronisch documentbeheer vanuit archivistisch perspectief is het zorg dragen voor langdurige beschikbaarheid van electronische documenten nodig om een organisatorisch proces te reconstrueren. Hiertoe dienen alle relevante documenten geregistreerd en gearchiveerd te worden. Vanuit organisatorische perspectief is het doel van electronisch documentbeheer het leveren van een bijdrage aan de effectiviteit van organisaties. Vanuit technologisch perspectief is het doel van electronisch documentbeheer de integratie van technische hulpmiddelen.

Tussen de doelen vanuit het archivistische perspectief en het organisatorische perspectief bestaat een spanning. Het organisatorische perspectief stelt, afgeleid van de effectiviteitsbijdrage, een optimale proces- in richting en ondersteuning centraal. Dit vereist een nauwe afstemming van electronisch documentbeheer met het betreffende bedrijfsproces, Het archivistische perspectief stelt evenwel dat electronisch documentbeheer een voorziening is die ten aanzien van alle bedrijfsprocessen volledige en actuele documentaire informatie dient te garanderen. In dit onderzoek is het archivistische perspectief als startpunt gehanteerd ten aanzien van de inrichting van het electronisch documentbeheer. Uitgaande van het algemene karakter van electronisch documentbeheer, gericht op de ondersteuning van een veelheid aan bedrijfsprocesson, is de term ‘electronische documentaire infrastructuur’ gehanteerd.

Een electronische documentaire infrastructuur omvat technische, informatiekundige en organisatorische voorzieningen, gericht op het ondersteunen van een veelheid aan bedrijfsprocessen aangaande het beheer van electronische documenten.

PB - TU Delft, Delft University of Technology CY - Delft UR - http://repository.tudelft.nl/view/ir/uuid:20a1f3e6-4015-4e44-8be0-cf66c5bba8c4/ N1 -

Over de invoering van digitaal documentbeheer in organisaties.

ER - TY - ICOMM T1 - Modelling the continuum as paradigm shift in recordkeeping and archiving processes, and beyond - a personal reflection Y1 - 2004 A1 - Frank Upward KW - informatiemodel KW - records continuum KW - records management AB -

This article outlines the development of a records continuum model initially developed as a teaching tool to communicate evidence-based approaches to archives and records management. The continuum is being used in Australia as a metaphor to assist in getting records management ‘right’ in recordkeeping environments built around electronic communications, and the model supports this endeavour. It extends the concept of the continuum beyond metaphor, representing the case for viewing it in its fuller spacetime meanings as a worldview. In this form, the continuum is potentially a technologically driven paradigm shift within all information management and systems practice. There is a new game developing and the concept of the continuum can help us re-organise our knowledge for that game.

This article will discuss the diversity of records management theory and practice. It will look at the meanings of the continuum and my own model of it, including the differences between a worldview and a detailed view. An annexe provides three other models. A continuum ‘patrol and control’ strategy for analysis is outlined briefly, and represents a point at which my own approach to the continuum is taking off into more detailed practical considerations in records management education and training.

UR - http://www.emeraldinsight.com/doi/abs/10.1108/EUM0000000007259 ER - TY - THES T1 - Op zoek naar de herinnering. Verantwoordingssystemen, content-intensieve organisaties en performance Y1 - 2009 A1 - Geert-Jan van Bussel A1 - Ferdinand Ector KW - archieffunctie KW - bewijsfunctie KW - doelmatigheid KW - enterprise content management KW - rechtmatigheid KW - records management AB -

Dit proefschrift richt zich op de verantwoordingsfunctie in content-intensieve organisaties en de rol die content (documenten en archiefdocumenten) daarin vervult. Het bevat een weergave van het onderzoek in hoeverre de performance van bedrijfsprocessen binnen dergelijke organisaties, zowel in doel- als in rechtmatigheid, kan worden verbeterd. Dit kan door het optimaliseren van de content value chain, de processen die de kwaliteit van content waarborgen. Het afleggen van verantwoording aan legitieme fora (de overheid, de aandeelhouders, de rechterlijke macht, de maatschappij), ongeacht het moment in de tijd, een belangrijke prestatiedoelstelling is voor content-intensieve organisaties.  Daarvoor is de kwaliteit, de beschikbaarheid en de begrijpelijkheid van content, essentieel. Ze ontwikkelden een model van een verantwoordingssysteem waarmee de kwaliteit, de context, de beveiliging, de logistiek en het behoud van content kan worden benaderd. Toepassing van het model leidt er toe dat content gebruikt kan worden om de rechtmatigheid van het handelen van content-intensieve organisaties aan te tonen en om de doelmatigheid van de bedrijfsprocessen te verbeteren. Met deze studie wordt een stevige basis voor de implementatie van Enterprise Content Management in content-intensieve organisaties gelegd. Daarnaast wordt het voor deze organisaties mogelijk verantwoording af te leggen en compliance (de aantoonbaarheid van het naleven van de bestaande wet- en regelgeving) te realiseren.

 

PB - Universiteit van Amsterdam CY - Amsterdam UR - http://www.vbds.nl/downloads/pub39.pdf ER -